Graanproducten Graanproducten

Leven met diabetes: gezond eten, de leuze voor iedereen

20 december 2017
6 december 2023
Tip van de expert

Diabetes is een aandoening waarbij het glucose- of suikergehalte in het bloed chronisch verhoogd is. Daarom spreekt men ook wel van suikerziekte. Dat een diabetespatiënt niet zomaar alles mag snoepen wat op zijn of haar pad komt, klinkt dan ook logisch. Maar wat mag en kan wel?

Oorzaak

Glucose is de voornaamste energiebron van cellen. Om deze op te kunnen nemen, hebben cellen insuline nodig. Dat is een hormoon dat in de alvleesklier wordt aangemaakt. Insuline is als het ware de sleutel die de cel opent voor glucose. Wanneer het lichaam geen of onvoldoende insuline produceert of wanneer de insuline om één of andere reden minder werkzaam is, raakt de glucose niet in de cel en stijgt het suikergehalte in het bloed.

Zo’n 8% van de Belgen lijdt aan diabetes. Vermoedelijk weten veel mensen zelfs niet dat ze diabetes hebben. De meest voorkomende symptomen bij een teveel aan suiker in het bloed zijn overdreven dorst, extreme vermoeidheid en vaak moeten plassen (polyurie). Ga met je klachten naar je huisarts!

Vormen

Er bestaan verschillende vormen van suikerziekte. De twee belangrijkste zijn:

  • diabetes type 1, soms ook juveniele diabetes genoemd, omdat deze vorm voorkomt vanaf kinderleeftijd
  • diabetes type 2, ook ouderdomsdiabetes genoemd. Deze vorm komt voor vanaf 40 jaar

Complicaties vermijden

Geen van beide diabetesvormen is momenteel te genezen, maar je kan de ziekte wel proberen te controleren door het suikergehalte in het bloed – de glycemiewaarden – zo dicht mogelijk bij de normale waarden te krijgen en te houden. Op die manier kan je zowel acute complicaties (een plotse daling of verhoging van de bloedsuiker wat onder meer kan leiden tot coma en hersenletsel) als verwikkelingen op lange termijn (zoals blindheid, nierproblemen, amputaties van ledematen door zenuw- en doorbloedingsstoornissen) vermijden of alleszins uitstellen.

Voeding

Zowel bij type 1- als bij type 2-diabetes vormt een aangepaste voeding een essentieel onderdeel van de behandeling. Het dieet moet worden afgestemd op de individuele behoeften van de patiënt en rekening houden met leeftijd, gewicht, lichamelijke activiteit, medicijnen ...

Voor een diabetespatiënt gelden in grote lijnen dezelfde voedingsadviezen als voor iedereen: gezond en evenwichtig, dus arm aan verzadigde vetten en suiker, maar rijk aan vezels.

Arm aan verzadigde vetten

Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren. Verzadigde vetzuren (zoals in vlees, volle melkproducten, boter en kaas) hebben een ongunstige invloed op het risico op hart- en vaatziekten, dus kun je beter beperken.

Onverzadigde vetzuren (bijvoorbeeld in vette vis, oliën, smeer- en bereidingsvetten en noten) hebben daarentegen een gunstige invloed op de bloedvetten. Je kiest dus maar beter voor omega 3-rijke smeervetten en oliën of vloeibare margarine voor bereidingen.

Het is raadzaam om één keer per week vette vis te eten, evenals enkele verse, ongezouten noten als snack.

Arm aan suiker

Vaak duidt men koolhydraten ook aan met de term ‘suikers’. Die zitten dus niet enkel in gebak en snoep, maar ook in graanproducten, aardappelen, fruit en melkproducten. Koolhydraten zijn belangrijk als energiebron en spelen een belangrijke rol in het handhaven van een normaal bloedsuikergehalte. In een gezonde diabetesvoeding is het belangrijk om rekening te houden met de hoeveelheid ingenomen koolhydraten en de spreiding ervan tijdens de dag.

Vezelrijk

Daarnaast gaat de voorkeur ook steeds naar vezelrijke producten (zoals volkorenbrood en graanproducten, aardappelen, groenten, fruit en peulvruchten). Die zorgen voor een betere verzadiging en darmtransit. De oplosbare voedingsvezels (onder meer in groenten, fruit en peulvruchten) zorgen bovendien voor een tragere opname van glucose, waardoor het glucosegehalte in het bloed trager stijgt.

Op zoek naar extra voedingstips? Lees dit artikel.