Verpleegkundige geeft incontinentiemateriaal aan patiënt Verpleegkundige geeft incontinentiemateriaal aan patiënt

Last van incontinentie? Praat erover!

19 mei 2020
7 december 2023
Tip van de expert

'Het zal wel weggaan door een luier te dragen. Niemand hoeft het te weten, te zien of te ruiken.’ Incontinentie heeft impact op je leven, zowel fysiek als psychologisch. Maar hoe ga je er nu best mee om? Referentieverpleegkundigen Miranda Thys (Wit-Gele Kruis Limburg) en Marlies Gheysens (Wit-Gele Kruis West-Vlaanderen) maken incontinentie bespreekbaar: “Je moet het probleem aanpakken, niet inpakken.”

Wat is jullie ervaring met incontinentie?

Miranda: “Incontinentie kan een grote impact hebben de patiënten. Ze sluiten zich op omdat ze schrik hebben dat anderen zouden zien of ruiken dat ze een probleem hebben. En vaak weten ze niet welke hulpmiddelen er bestaan. Zo kwam ik langs bij een dame met een incontinentieprobleem. De vrouw durfde niet meer buitenkomen omdat ze veel urineverlies had. Noch zij noch haar mantelzorger was op de hoogte dat er ook groter incontinentiemateriaal bestond. Ik heb die mensen de juiste ondersteuning gegeven zodat mevrouw opnieuw naar buiten kon. Als verpleegkundige kan je echt een verschil maken.”

Marlies: “Ik heb ook andere ervaringen, namelijk dat mensen de weg wel vinden en het juiste materiaal in huis hebben en kunnen gebruiken. Niet iedereen sluit zich op. Elke patiënt gaat er anders mee om. Er zijn ongetwijfeld veel mensen waarbij incontinentie remmend werkt. Maar ik zie ook velen die hun sociale activiteiten kunnen verderzetten, onder andere door de ondersteuning van hun arts, de thuiszorgwinkel of verpleegkundigen.”

Spreken patiënten erover?

Marlies: “Met ons, thuisverpleegkundigen, durven de meesten daar wel over praten. Het is ook de rol van de verpleegkundigen om daar aandacht voor te hebben. Maar niet iedereen is even open. Bij mensen die al dagelijkse hygiënische zorgnoden hebben, is er minder schaamte. De drempel om het gesprek hierover aan te gaan, ligt bij hen lager.”

Miranda: “Een jong, actief iemand vindt dat vaak wel moeilijker. Ze denken dat alleen zij die klachten ondervinden. Dat is natuurlijk niet zo: er zijn veel mensen die een incontinentieprobleem hebben, maar ze weten het niet van elkaar. Het is moeilijk bespreekbaar omdat men zich ervoor schaamt.”

Schaamte maakt dat niet iedereen spreekt over zijn of haar incontinentie

Waarom schamen patiënten zich?

Marlies: “Onwetendheid is wellicht de grootste reden. Daardoor gaan velen zelf een oplossing zoeken. Ze grijpen dan bijvoorbeeld naar een maandverband omdat ze dat toch in huis hebben, maar ze weten niet dat het daarvoor ongeschikt is.”

Miranda: “Soms zijn er patiënten die heel creatief zijn in het verstoppen van hun incontinentie. Zodra ze zien dat je weet wat er aan de hand is en je hen ook oplossingen kan aanreiken, durven ze er meer over praten. Hen een luisterend oor bieden en duidelijk maken dat ze niet alleen zijn, is al een eerste stap. Er met je huisarts over spreken is het belangrijkste. Incontinentie heeft meestal een oorzaak. Maar open spreken met je mantelzorger is nodig, want incontinentie heeft ook impact op je seksualiteit.”

Marlies: “Om patiënten te overtuigen hun incontinentie te bespreken met hun huisarts, vertel ik dat het toch mooi zou zijn als de arts hen kan helpen het probleem te verminderen of draaglijker te maken. Het is niet aangenaam om daarover te spreken, maar mensen moeten weten dat er oplossingen zijn. Het probleem aanpakken is beter dan je er bij neer te leggen."

Wanneer is incontinentie een probleem en wat doe je eraan?

Marlies: “Het is een probleem wanneer het voor jou een probleem is. Dat kan voor iedereen anders zijn. Wanneer iemand je vertelt dat hij of zij incontinent is, is het belangrijk om die persoon niet te bepamperen. Je moet ook niet doen alsof je weet hoe de patiënt zich voelt. Elke persoon gaat er anders mee om. Luister met een open houding en probeer de situatie niet toe te dekken of te minimaliseren.”

Miranda: “Maak een afspraak met je huisarts. Zorg dat je arts samen met jou je levensstijl bekijkt. Ga na of je, mits kleine aanpassingen in je gedrag of in je houding, de problematiek al kan verminderen. Weet ook dat je meestal recht hebt op een financiële tegemoetkoming van 170,68  euro per jaar voor incontinentiemateriaal wanneer het probleem niet te behandelen of onomkeerbaar is. Je huisarts vult hier documenten voor in.”

We spraken al over het schaamtegevoel bij patiënten, maar is de psychosociale impact van incontinentie bij jongeren dezelfde als bij ouderen?

Marlies: “Velen denken dat je zal sterven zoals je geboren bent: met een pamper. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Als je actief je gedrag verandert, bijvoorbeeld door naar de kinesist te gaan, kan dat een verschil maken. Jammer genoeg zien we bij oudere personen vaak een soort gelatenheid. De weinige energie die ze hebben, steken ze liever in een bezoek aan de kleinkinderen dan in oefeningen bij de kinesist. Bij jongere patiënten is het vaak een gebrek aan kennis waardoor ze hun incontinentie niet of niet juist aanpakken. Zij sluiten zich sneller op en stoppen hun sociale of sportieve activiteiten.”

Miranda: “Ik merk ook dat oudere personen vaker denken dat het bij hun leeftijd en andere kwaaltjes hoort. Hun spieren nemen af of ze denken dat het bij hun ‘oude lichaam’ hoort. Patiënten mogen niet denken: ‘Ik ben oud dus ik kan er niks meer aan doen’. Je moet het probleem niet inpakken, maar aanpakken: naar een kinesist gaan, bekkenbodemspieren trainen, advies vragen aan de dokter, een juiste houding aannemen, voldoende drinken … Ik geef veel tips en daar zijn patiënten dankbaar voor.”

Incontinentie kan vaak genezen dus spreek er open over met je huisarts