Persoon helpt iemand met looprekje zijn evenwicht te bewaren Persoon helpt iemand met looprekje zijn evenwicht te bewaren

Evenwichtsstoornis: "Blijf in beweging als je last hebt van duizeligheid"

14 oktober 2020
6 december 2023
Tip van de expert

Boven de 70 jaar heeft 30% van de Belgen regelmatig last van duizeligheid. Eens ouder dan 80 jaar stijgt dat percentage naar de helft. Ondanks deze cijfers wil professor Christian Desloovere, expert evenwichtsonderzoek in het UZ Leuven, geruststellen: “Het is niet zo dat je sowieso last krijgt van duizeligheid eens je ouder wordt. Bovendien is het behandelbaar of verbeterbaar.”

Professor Christian Desloovere bekijkt de cijfers ook langs de andere kant: “De cijfers zeggen dat driekwart van de 70+’ers er geen last van heeft en dat de duizeligheid ook in wisselende mate aanwezig kan zijn. Maar het is wel zo dat duizeligheid en evenwichtsstoornissen het dagelijks leven van oudere personen bemoeilijkt. Als we ouder worden en psychisch en fysiek kwetsbaarder zijn, is ons lichaam minder in staat om zich aan te passen. Evenwichtsstoornissen kunnen zo meer chronisch worden of een grotere impact hebben.”

Wat valt onder de noemer van evenwichtsstoornissen?

“Het wordt vaak onder eenzelfde noemer gebracht maar we onderscheiden drie stoornissen: duizeligheid, draaiduizeligheid en evenwichtsstoornissen. Duizeligheid is een heel vaag begrip: je hebt bijvoorbeeld een ijl gevoel in het hoofd of ziet zwarte vlekken voor de ogen. Bij draaiduizeligheid, ook wel vertigo genoemd, begint heel de kamer rond te tollen. Deze vorm komt vaak voor bij oudere personen boven de 70 of 80 jaar. Als laatste onderscheiden we evenwichtsstoornissen. Hier is het hoofdprobleem instabiliteit en niet zozeer duizeligheid. Je kan niet meer rechtdoor stappen en je moet af en toe een stap opzij zetten om je evenwicht te bewaren.”

Hoe zit het mechanisme van evenwichtsstoornissen in elkaar?

“Er zijn drie zintuigen die belangrijk zijn voor ons evenwicht. Aan de ene kant heb je het evenwichtsorgaan zelf. Dat functioneert minder bij oudere personen omdat de zintuigcellen minder activiteit hebben. Aan de andere kant heb je het zicht. Als het evenwichtssysteem minder informatie krijgt, is het zicht nog belangrijker. Ook dat is bij oudere personen vaak minder. En als laatste het gevoel in onze spieren en in gewrichten die onze bewegingen detecteren. Deze drie zintuigen geven zintuigelijke informatie door die in de hersenen wordt verwerkt en voor ons evenwicht zorgt. De reden dat evenwichtsstoornissen vaker bij oudere personen voorkomen, is omdat de drie zintuigen vaak minder goed werken. Gevolg: meer instabiliteit. Heel dikwijls merken we bij oudere personen dat hoe slechter ze horen, hoe slechter het evenwichtsorgaan functioneert. In veel gevallen hangt dat samen, maar zeker niet altijd. Er kunnen ook acute stoornissen van het evenwichtsorgaan optreden zoals een benigne paroxysmale positieduizeligheid, de ziekte van Ménière of een plotse uitval van één van beide evenwichtsorganen.”

Het vraagt doorzettingsvermogen maar het helpt: hoe actiever je bent, hoe minder last je hebt van evenwichts­stoornis

Mobiel personenalarm

Ligt de oorzaak van een evenwichtsstoornis altijd bij een van deze drie zintuigen?

“Niet noodzakelijk. Het probleem kan ook ter hoogte van de hersenen zitten. Neem nu een verminderde hersenactiviteit van de kleine hersenen die zorgt voor een slechtere coördinatie. Spieren die stijver worden, zoals bij de ziekte van Parkinson, resulteren in een verminderd reactievermogen waardoor je problemen van instabiliteit ervaart. Orthopedische problemen, bijvoorbeeld aan de heup of knie, dragen op hun beurt bij aan instabiliteit, niet aan duizeligheid. Erfelijke factoren kunnen ook een rol spelen bij evenwichtsstoornissen, denk maar aan het COCH-gen. Dat is een erfelijke vorm van gehoorverlies met evenwichtsstoornissen die begint op latere leeftijd. Maar eigenlijk speelt vooral medicatie een belangrijke rol bij duizeligheid. Welke medicatie ze nemen, is vaak de eerste vraag die ik stel aan patiënten. Slaapmiddelen, middelen voor bloeddruk of interacties tussen bepaalde medicatie kunnen een probleem geven en tot duizeligheid bijdragen. Soms kan het probleem al worden opgelost door de medicatie aan te passen.”

Welke impact heeft dit bij oudere personen?

“Voor oudere personen is vallen het grootste risico bij evenwichtsstoornissen, zeker bij mensen boven de 80 jaar. Door bepaalde bewegingen of net bij plotse, snelle bewegingen worden mensen duizelig. Ze moeten zich dan even vasthouden want anders dreigen ze te vallen. Mensen blijven staan en kunnen niet meer verder met wat ze bezig waren. Of ze moeten even terug gaan zitten. Valpreventie, zeker bij 80-jarigen, is dus belangrijk. Evenwichtsstoornissen op zich zijn niet levensbedreigend, maar de gevolgen kunnen natuurlijk wel ernstig zijn. We zien dat oudere personen met evenwichtsstoornissen binnenshuis minder hinder ondervinden. Ze kennen hun thuisomgeving, weten waar alles staat en kunnen zich goed oriënteren. De meeste hinder begint wanneer ze buitenshuis zijn. Buiten hebben ze onvoldoende visuele herkenning en zijn er heel wat extra prikkels. Als gevolg daarvan zien we dat mensen met evenwichtsstoornissen minder buitenkomen, zichzelf isoleren en vooral heel angstig worden om te vallen. Daarnaast is er soms ook een gevoel van schaamte, bijvoorbeeld omdat ze met een looprekje moeten lopen. Die zaken leiden natuurlijk tot een verminderde levenskwaliteit.”

Hoe worden evenwichtsstoornissen behandeld?

“Bij klachten van duizeligheid is het belangrijk om in de eerste plaats voor een algemeen onderzoek bij de huisarts langs te gaan om het hart, de bloeddruk, neurologisch, de medicatie en de functie van het evenwichtsorgaan na te kijken. De behandeling hangt af van het resultaat van dat onderzoek. Als de oorzaak cardiovasculair is, is een adequate behandeling daarvoor vaak voldoende om te helpen tegen de duizeligheid. Bij medicatieproblemen kan een andere medicatie of een aanpassing in de interacties van medicatie helpen. Heel wat vormen van acute evenwichtsstoornissen, zoals benigne paroxysmale positieduizeligheid, zijn goed behandelbaar. Mensen die al maanden niet meer kunnen slapen of die in de zetel slapen in de hoop dat ze er dan geen last van hebben, kunnen behandeld worden door een repositiemanoeuvre. Bij een plotse uitval van één van beide evenwichtsorganen is een training heel efficiënt. De ziekte van Ménière kan goed onder controle gehouden worden met medicatie en soms plaatselijke inspuitingen in het oor. Stoornissen die chronisch zijn, kunnen we niet behandelen maar soms wel verbeteren. Wat voor de patiënten al een enorme opluchting is. Wanneer de oorzaak een probleem met het evenwichtssysteem is, kunnen evenwichtstrainingen helpen. Bij uitgesproken last kan een looprekje soms een goed hulpmiddel zijn. Bij duizeligheid is het dus belangrijk om na te kijken wat de oorzaak is zodat het kan worden aangepakt.”

En is er ook medicatie die kan helpen?

“Je hebt een aantal geneesmiddelen die de frequentie en de intensiteit van de ziekte van Ménière kunnen verminderen, er is ook medicatie die kan helpen bij centrale vormen van duizeligheid. Maar bij evenwichtsproblemen is toch vooral valpreventie belangrijk. En natuurlijk het belangrijkste medicijn: bewegen. Net daar ligt de moeilijkheid: mensen voelen zich duizelig wanneer ze bewegen en krijgen daardoor angst telkens ze bewegen. Het gevolg bij sommigen is dat ze helemaal niet meer durven en immobiel worden. Het is dus belangrijk om de angst te overwinnen en actief te blijven zodat je lichaam zich kan leren aanpassen of voor een deel kan compenseren. Oefeningen en evenwichtstrainingen kunnen helpen om die angst te overwinnen. Bij de evenwichtstrainingen is het nuttig om een mantelzorger of iemand uit de omgeving van de patiënt mee te hebben als ‘coach’. Ik besef dat het niet makkelijk is om de klik te maken en het probleem net uit te lokken in plaats van te vermijden. Het is goed om voorzichtig te zijn, al mag je niet te voorzichtig worden want dan vergroot je het probleem. Het vraagt doorzettingsvermogen, maar het helpt: hoe actiever je bent, hoe minder last je zal hebben.”

Welke tips heeft u voor onze patiënten en hun mantelzorgers?

“Aan patiënten zou ik willen zeggen: blijf niet bij de pakken zitten en laat de oorzaak van de duizeligheid onderzoeken. Als er een oorzaak gevonden wordt zoals een benigne paroxysmale positieduizeligheid, is die in vele gevallen relatief goed te behandelen. Weet dat trainingen in veel gevallen kunnen helpen en dat dat voor velen een wereld van verschil maakt. Mantelzorgers kunnen signalen opvangen van duizeligheid wanneer de persoon niet meer snel rechtkomt of duizelig wordt in specifieke situaties. Maar het is voor mantelzorgers vooral belangrijk om de persoon letterlijk bij te staan, hulp te bieden bij het stappen en hem of haar ook te motiveren om te blijven bewegen. Mantelzorgers kunnen een stimulerende rol spelen om bepaalde drempels te overwinnen en begrip te tonen in de situatie.”

Het beste medicijn bij duizeligheid en evenwichtsstoornissen: bewegen!

Hoe omgaan met evenwichtsstoornissen?

  1. Sta voorzichtig op uit bed of recht uit de zetel.

  2. Doe het licht aan als je ’s nachts naar toilet moet en zorg voor voldoende verlichting in de rest van de woning

  3. Laat handgrepen installeren waar nodig.

  4. Loop niet op sokken in huis, maar draag comfortabele pantoffels of schoenen.

  5. Draag een bril waar nodig en laat je ogen regelmatig controleren.

  6. Haal losliggende snoeren of vloerkleden uit de woning of maak ze vast.

  7. Creëer zoveel mogelijk loop- en zichtruimte en zorg dat er niet al te veel meubilair in de woning staat.

  8. Blijf in beweging en start met oefeningen om je stabiliteit te verbeteren.