Checklist: op reis met diabetes

Hieronder vind je enkele algemene tips zodat je zorgeloos op reis kan gaan. Ze zijn niet voor elke persoon met diabetes van toepassing. Je (huis)arts en diabeteseducator geven je graag advies op maat.

Voor je vertrekt

• Vraag advies aan je (huis)arts en diabeteseducator, zeker als er een tijdsverschil is op vakantie.
• Breng je medereizigers op de hoogte van je diabetes. Als er iets fout gaat, kunnen zij correct ingrijpen.
• Informeer je vooraf over de plaatselijke eetgewoontes van het land. Zo kan je eventuele insuline-inspuitingen aanpassen.
• Laat je tijdig vaccineren om onverwachte nevenwerkingen tijdens de reis te vermijden.
• Informeer waar je medische hulp kan krijgen. Ga na of je insulineproduct in het land van bestemming te verkrijgen is en onder welke benaming, vorm en concentratie.
• Sluit een reisverzekering af.

Wat neem je mee?

• een bewijs dat je ziekteverzekering in orde is
• de documenten van je reisbijstandsverzekering en noodnummer
• een medicatiekaartje met je insuline en medicatieschema
• medicatie: voldoende insuline, bloedsuikerverlagende tabletten, glucagon (Glucagen®hypokit of Baqsimi®) en andere medicatie, bij voorkeur in de originele verpakking
• materialen: voldoende teststrips, lancetten en/of sensoren, extra spuitjes of pennen, pennaalden en batterijen voor je glucosemeter
• recente voorschriften voor medicatie op stofnaam (en niet op merknaam)

Onderweg

• Ga je met het vliegtuig? Zorg dan voor een verklaring van je arts (in het Engels – Security Declaration). Als je een sensor gebruik, kan een apart attest vereist zijn. Voeg je medicatieschema en andere aandachtspunten toe. Neem een kopie mee.
• Bewaar voldoende materiaal in je handbagage en voorzie snelwerkende suikers. Verdeel dit eventueel onder de bagage van je medereizigers.
• Verpak en bewaar je voorraad insuline/incretinemimeticum en glucagon koel (nooit onder 0°C) en bescherm ze tegen direct zonlicht. Geef dat niet mee in het laadruim van het vliegtuig (bevriezing) en laat het niet achter in de auto of bus (oververhitting).
• Gebruik een koelbox of -tas. Vermijd contact met koelelementen om bevriezing te voorkomen. Via de Diabetes Liga, de apotheek en het internet kan je geschikte tasjes verkrijgen.
• Neem voldoende drank mee. Bij uitdroging gaan je suikerwaarden snel de hoogte in.

Tijdens je reis

• Houd steeds je diabetesidentiteitskaart bij de hand met je naam, de naam en telefoonnummer van je arts en een contactpersoon.
• Volg je normale dagschema. Bij grote tijdsverschillen is bij vertrek en terugkomst mogelijks een aangepast schema nodig. Bespreek dit vooraf met je arts.
• Test regelmatig je bloedsuiker (glycemie). Veranderende eetgewoontes en lichaamsbeweging kunnen voor bloedsuikerschommelingen zorgen. Een regelmatige controle is aangewezen.
• Draag zorg voor je voeten! Loop niet blootvoets en draag comfortabele schoenen met voldoende ondersteuning. Hydrateer je voeten voldoende. Vermijd blaarvorming of wonden. Kijk dagelijks je voeten na en schakel medische hulp in als het nodig is.
• Geniet!