Actrice Reinhilde Decleir Actrice Reinhilde Decleir

Reinhilde Decleir als mantelzorger en strijder tegen armoede

12 mei 2016
6 december 2023
Het verhaal van...

Reinhilde Decleir heeft een lange staat van dienst in het theater en op de televisie. Bovendien doet zij nog veel meer dan acteren. Een gesprek met een bijzonder warme en sociaal bewogen dame.  

Reinhilde Decleir
Wie is ...

Reinhilde Decleir

  • Geboren op 16 mei 1948
  • Vlaamse televisie- en theateractrice en regisseur
  • Studeerde toneel aan Studio Herman Teirlinck
  • Zus van acteur Jan Decleir en de overleden Dirk Decleir
  • Speelde jarenlang bij De Blauwe Maandagcompagnie, Het Toneelhuis en Theater Antigone
  • De laatste jaren is ze in verschillende televisiereeksen te zien
  • Oprichtster en bezielster van de sociaal-artistieke werkplaats Tutti Fratelli.

Je leidt een erg druk leven. Ben je bewust met je gezondheid bezig?

"Ik zal niet beweren dat ik ongezond leef, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik er ook niet zeer bewust mee bezig ben. Ik fiets elke dag en door mijn beroep ben ik eigenlijk voortdurend aan het bewegen, maar ik volg geen yoga of dat soort dingen. En wat eten betreft, ben ik waarschijnlijk geen goede leerling: dat gebeurt – ook weer door mijn werk – toch wel wat onregelmatig."

Ben je zelf bezig met de problemen van het ouder worden?

"Mijn knieën worden stijf: ik heb serieus last van artrose in één knie. En je wordt ook wel sneller moe, maar ik ga daar altijd door. Je voelt fysiek dat je ouder wordt, maar voor de rest heb ik daar eigenlijk geen last van."

Had je al ooit te maken met mantelzorg?

"Ja, mijn moeder is vrij jong gestorven en mijn zussen en ikzelf hebben heel erg voor haar gezorgd.  Toen Paul (Wuyts) ziek was, de vader van mijn zoon, heb ik hem ook helemaal begeleid tot het laatste moment. Ik vind mantelzorg iets heel moois en belangrijks. Ik heb ook veel respect voor mensen in de verpleging. Dat heb ik trouwens gezegd bij de uitreiking van de Burgerschapsprijs: verpleegkundigen werken in de schaduw, maar verdienen eigenlijk ook zo’n prijs."

Door toneel te spelen, leer je naar elkaar te luisteren en met elkaar te praten.

We zitten hier bij ‘Tutti Fratelli’, zo’n beetje jouw levenswerk. Hoe is dit initiatief ontstaan?

"De vraag kwam eigenlijk van het Antwerps Platform voor Generatiearmen. Dat is een beweging die mensen in armoede en kansarmen helpt om het woord te nemen, bijvoorbeeld onder mekaar of aan de loketten van overheden. Zij hebben mij gevraagd om met enkele van hun mensen theater te maken in de Bourla. Het werd een groot succes: er kwam veel volk op af. En dus gingen we ermee door."

"Maar na de derde productie kreeg de Bourla een nieuwe directie en die had geen plaats meer voor het initiatief. Omdat onze mensen de smaak te pakken hadden, hebben we met enkele sympathisanten de koppen bij elkaar gestoken. Zo is Tutti Fratelli ontstaan. Intussen is het uitgegroeid tot een klein artistiek bedrijfje. Voor mij is het een fulltime bezigheid: ik organiseer alles, regisseer, ga zelf op zoek naar geld. Je maakt theater en je wil gezien worden – daar kruipt veel energie in. Maar het harde werk werpt vruchten af."

"Aan de basis blijven we natuurlijk werken met kanslozen: kansarmen, generatiearmen, mensen met psychiatrische problemen of ook nieuwkomers en asielzoekers. Onze theaterproducties geven hen een mogelijkheid om zichtbaar te worden. Tutti Fratelli gaat dan ook vooral over hen, niet zozeer over mij."

Heb je het gevoel dat jouw project bijdraagt tot een beter sociaal welbevinden en een betere gezondheid bij de spelers?

"Er gebeurt iets, dat is zo. Soms misschien onzichtbaar, maar voor wie dicht bij de spelers staat, is het toch wel duidelijk. In de groep merk ik zelf dat mensen socialer met mekaar omgaan. Ik geef een voorbeeld: een van onze speelsters was na verscheidene tegenslagen in de psychiatrie terechtgekomen. Zij beweert dat ze die vroeger heeft kunnen verlaten door inzichten die ze heeft verkregen via het theater. Er zijn ook mensen die de dingen in hun werkomgeving beter leren aanpakken enzovoort. Door te spelen, leer je naar elkaar te luisteren en met elkaar te praten. Het is eigenlijk een heel sociaal gebeuren. En we doen ook bewegingsoefeningen."

"Wanneer mensen voor de eerste keer bij me komen, hangt er vaak een haast vijandige sfeer. Ze stellen zich defensief op, omdat ze zelf zo vaak vijandig bekeken worden door de buitenwereld. Wij proberen hen op een positieve manier in het licht te zetten. Dat is fantastisch en dat voelen zij ook. Draagt dat bij tot een beter gezondheid? Ik denk van wel."

Het is schrijnend om te zien hoe eenzaam armoede een mens kan maken.